Gisèle van Waterschoot van der Gracht (1912-2013), dochter van een Oostenrijkse barones en een Amsterdamse patriciër, woonde als kind op katholieke kostscholen en in een kasteel met zeventig kamers. Deze jeugd vormde de springplank voor een veelzijdige kunstenaarsloopbaan en een leven vol bijzondere vriendschappen en liefdes. Ze trouwde met oud-burgemeester Arnold d’Ailly en verbond haar lot aan de mysterieuze Duitse dichter Wolfgang Frommel en zijn schare jonge vrienden, die zij tijdens de bezetting onderdak verleende in haar kleine Amsterdamse bovenwoning. Na de oorlog ontstond hieruit Castrum Peregrini, een exclusief, met veel geheimzinnigheid omgeven uitgevershuis, Gisèles eigen Herengrachtfamilie. Jaap van Straalen in gesprek met de biofgrafe.