Franca Treur keert in haar derde roman terug naar het onderwerp van haar debuut: het gereformeerde geloof. In gesprek met Jaap van Straalen.
Franca Treur debuteert op jonge leeftijd met ‘Dorsvloer vol confetti’, een psychologische roman over het christelijke boerenleven eind jaren tachtig in Zeeland. Ze veroorzaakt veel opschudding met het verhaal over haar jeugd.
Treur groeit op in een streng gereformeerd gezin in het Zeeuwse Meliskerke. Na de middelbare school gaat ze psychologie en later Nederlands en literatuurwetenschap studeren aan de Universiteit Leiden. Tijdens haar studie ontdekt ze de overeenkomsten tussen verschillende religieuze verhalen uit diverse culturen, zoals het zondvloedverhaal of de schepping. Het maakt haar duidelijk dat de religieuze teksten slechts dienen als troost voor de mens. Daarnaast heeft zij nooit zelf het bestaan van God ervaren. Het is voor haar reden om uiteindelijk afstand te nemen van haar geloof.
De jonge schrijfster debuteert in 2006 met het essay ‘Maak iets van je leven! Maar wat?, waarmee ze een essaywedstrijd wint van onder meer nrc.next. Op dertigjarige leeftijd volgt Dorsvloer vol confetti, waarmee ze serieus doorbreekt. Van de roman worden ruim 150.000 exemplaren verkocht. Ze wordt vergeleken met auteurs als Jan Siebelink en Maarten ’t Hart, die net als zij braken met hun gereformeerde afkomst. In 2014 verschijnt een film gebaseerd op het boek.
In datzelfde jaar brengt ze haar tweede roman uit, getiteld ‘De woongroep’. Ook volgen nog andere boeken en verhalen. Behalve schrijfster is ze redacteur bij NRC Handelsblad en nrc.next. Van de bijna 40-jarige auteur verscheen begin dit jaar het boek ‘Regieaanwijzingen voor de liefde’.