Wie ben ik? Dat vraagt Jan Siebelink zich hardop af tijdens een leerrede over zichzelf in de Utrechtse Geertekerk. Ben ik de som van mijn boeken? Antwoord: ik denk voor een groot deel wel. (43 minuten)
Jan Siebelink is natuurlijk bij het grote publiek bekend van het boek ‘Knielen op een bed violen’. Hoewel de schrijver al vele literaire werken op zijn naam heeft staan, maakt deze bestseller over zijn jeugd in een streng christelijk gezin, hem pas echt beroemd in Nederland.
Van het boek zijn meer dan 800.000 exemplaren over de toonbank gegaan. Het is daarmee een van de meest verkochte naoorlogse werken en werd bekroond met de AKO Literatuurprijs. Maar Siebelink is meer dan ‘Knielen op een bed violen’. Ook de romans die daarna verschenen zijn veel gelezen en geprezen. Denk aan bekende boeken als ‘Margje’, ‘De herfst zal schitterend zijn’ en ‘Vera’.
Jan Siebelink werd in 1938 in Velp geboren en groeide op in een zwaar religieus gezin. De bekering van zijn vader tot een streng orthodoxe groepering vormt een belangrijk thema in zijn werk. Het eerste verhaal dat hij schrijft is ‘Witte Chrysanten’. Het verschijnt in de bundel ‘Nachtschade’ (1975) en betekent het debuut van de schrijver. Jan Geurt Gaarlandt schrijft erover in Vrij Nederland: “Als er zoiets bestaat als een volmaakt verhaal, dan is dat Witte Chrysanten.”
Siebelink is naast zijn schrijversbestaan lang actief als docent. Hoewel hij sinds zijn debuut al veel krediet heeft opgebouwd bij literatuurkenners en recensenten, breekt hij bij het grote publiek pas door op zijn 67ste. Zelf zegt hij over zijn schrijverschap: “Een aantal nauwelijks opvallende gebeurtenissen en feiten uit de werkelijkheid door de verbeelding en de betovering van de stijl tot iets groots transformeren – dát is voor mij literatuur. In mijn romans en verhalen gaat het altijd om gewone mensen, maar door intens licht op hen te laten vallen, komen ze los van de werkelijkheid en worden tot raadselachtige personages. Literatuur hoort mensen bijzonder te maken.”