René Appel schreef in twintig jaar even zoveel misdaadboeken. “Criminelen vind ik niet zo interessant als personage. Daar zit te weinig twijfel, onzekerheid en dubbelhartigheid in. Vaak zijn ze gewoon alleen maar slecht. Zijn vrouw als hoofdpersoon vind ik leuker dan de crimineel zelf.”
René Appel werd geboren in 1945 in Hoogkarspel, een dorpje tussen Hoorn en Enkhuizen. Hij bezocht de Rijks hbs te Enkhuizen, waar hij in 1962 het diploma hbs-b behaalde. Na een korte, maar teleurstellende studie Scheikunde van een halfjaar, schreef hij zich in voor de universitaire studie Nederlands mo. Het diploma Nederlands mo-b behaalde hij in 1967. Tijdens de studie Nederlands ontwikkelde hij, zoals veel collega studenten, een voorzichtige ambitie om te gaan schrijven, maar hij publiceerde nooit iets. Na een korte militaire carrière van tweeënhalve maand werd hij leraar Nederlands op de Gemeentelijke Scholengemeenschap te Hilversum.
In 1969 pakte hij zijn studie Nederlands weer op, waarbij hij zich ging specialiseren in de Nederlandse taalkunde, vooral omdat (naar eigen zeggen) al z’n vrienden zich al met letterkunde bezig hielden. In 1970 hield hij op met lesgeven en werd kandidaat-assistent bij de Faculteit der Letteren, aanvankelijk bij Nederlandse Taalkunde, later bij Algemene Taalwetenschap.